De Duitse socioloog Hartmut Rosa is zelf niet gelovig, maar ziet wel de grote waarde van geloven. In zijn denken draait het in het leven – en in de samenleving – om resonantie, om weerklank, om relatie. En die resonantie staat in alle jachtigheid, druk, enzovoorts enorm onder druk. Sterker, de dialoog met andersdenkenden wordt steeds minder gevoerd. En daarom is Rosa zo positief over de kerk en over geloven: daar is het uitgangspunt dat God er is, dat er iemand is die ons heeft bedoeld, en die ons ook hoort.

Eerder las ik ‘Onbeschikbaarheid’ van Hartmut Rosa waarin hij zijn kijk op de samenleving uiteenzet, en waar het begrip ‘resonantie’ een grote rol speelt.

Wat mij opviel tijdens het lezen:

“De samenleving probeer ik te beschrijven met het begrip ‘razende stilstand’. Dat begrip omvat twee aspecten: enerzijds dat de maatschappij voortdurend haast heeft (…) en anderzijds dat ze verstijft, dat ze verstard is geraakt. (…) Ja, de kerk heeft een (…) verdomd belangrijke, een zeer belangrijke rol te spelen in deze maatschappij. Simpelweg omdat ik geloof dat ze een samenleving iets te bieden heeft. (…) Ik wil de grondgedachte uiteenzetten dat deze maatschappij een groot gebrek heeft aan een luisterend hart – in politieke termen en ook in allerlei andere opzichten. En daarom hebben we ideeën, praktijken en dergelijke nodig die ons duidelijk maken wat dat eigenlijk zou kunnen betekenen, een luisterend hart hebben.”

“Onze samenleving heeft het probleem dat steeds meer energie moet verbruiken om het bestaande in stand te houden. (…) We moeten (…) voortdurend groeien. (…) Deze logica van de maatschappelijke inrichting leidt systematisch tot een agressieve houding tegenover de wereld. (…) Op grote schaal zien we dit natuurlijk vooral in de ecologische crisis. (…) De politiek andersdenkende wordt niet langer gewoon gezien als een gesprekspartner met wie men in discussie gaat, maar als een misselijk makende vijand die het zwijgen moet worden opgelegd.”

“Democratie is het centrale credo van onze samenleving, maar daar zijn stemmen, oren en luisterende harten voor nodig. (…) Mijn stelling is dat juist de kerken beschikken over een verhaal, over een cognitief reservoir, over riten en praktijken, over ruimtes waar een luisterend hart kan worden geoefend en misschien ervaren. (…) We moeten ons laten aanspreken. (…) Ik heb geprobeerd dit te vatten met het begrip ‘resonantie’. Dat is niet alleen een vermogen, het is een andere houding tegenover de wereld. (…) Mijn stelling is dat religie in de kern streeft naar het bieden van zulke ruimtes. Ze heeft de elementen die ons eraan kunnen herinneren dat er een andere houding tegenover de wereld mogelijk is dan een die op groei gericht is en zaken beschikbaar wil maken.”

“Laten we  bij het christendom blijven: voor mij is het uitgangspunt (.;..) dat er een antwoordrelatie is. ‘Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij!’. Als dat geen oproep tot resonantie is! Iets riep mij en bedoelde mij. (…) Ik interpreteer de Bijbel als een groot document van schreeuwen, roepen en smeken om gehoord te worden, om weerklank te vinden, om weerklank te vinden in het aangezicht van een stille sterrenwereld. En de Bijbel, het geloof, de Kerk geven dit ene antwoord, doen deze ene belofte: er is Iemand die jou bedoeld heeft, die jou geroepen heeft, die je ook hoort, zelfs als Hij niet beschikbaar is in het hier-en-nu.”

“De essentie van mijn bestaan is een resonantierelatie. (…) Religie heeft de kracht, ze heeft een reservoir aan ideeën en daarmee samenhangend ritueel arsenaal vol liederen, gebaren, ruimtes, tradities en praktijken, die onze zinnen openen voor wat het betekent om geroepen te worden, om getransformeerd te worden, om te resoneren.”

Plaats een reactie